Bij HipHopHuis gaat er over muziek, moves, mode, maar ook over leiderschap en identiteit. Het HipHopHuis viert dit jaar zijn twintigjarig bestaan als ‘centrum van creativiteit en ontwikkeling, gedragen door de universele waarden van de hiphopcultuur’.
‘Toen Rotterdam in 2001 culturele hoofdstad was, was de hiphopcultuur nog underground’, zegt medeoprichter en directeur van het HipHopHuis Aruna Vermeulen. ‘Buiten beeld van culturele instellingen, maar groeiend en bloeiend. Hiphop speelde zich af in buurthuizen, op schoolpleinen en in de openbare ruimte. Mijn start in de hiphopscene begon in dans. En ik hou me sinds de jaren 90 bezig met breaking. Als we als crew ergens werden uitgenodigd, moesten we uitleggen wat hiphop is. Dat het een cultuur is met een eigen context en eigen waarden. Zo is het idee voor het HipHopHuis ontstaan. Het is een plek waar we alle elementen van de hiphop bij elkaar brengen. Street art, rap, dj’en, dans, mode. En nog belangrijker, het is een plek waar we elkaar ontmoeten, waar we kunnen groeien, repeteren en overdragen.’ Dat laatste is een belangrijke waarde van de hiphopcultuur: each one, teach one. Elke artiest houdt zich bezig met overdracht. ‘Niemand kijkt erop neer om iemand les te geven’, zegt Aruna. ‘Een van Nederlands bekendste rappers, Winne, doet dat als vanzelfsprekend onderdeel van zijn artistieke praktijk. Hij heeft protegées die hij begeleidt, hij geeft masterclasses, maar is bijvoorbeeld ook verbonden aan een mbo-popacademie.’
Hoodies en sneakers
In de jaren 70 ontstond de hiphopbeweging in The Bronx in New York. De eerste uitingsvormen die ons bereikten waren de rapmuziek, de breakdance en graffiti. Wat de beweging voedde was de algemene onvrede over de leefsituatie in de getto’s. Hiphop was een ontsnapping uit die realiteit en gaf een stem aan de onderklasse. ‘De invloed van hiphop is heel groot’, zegt Aruna. ‘Veel groter dan de meeste mensen denken. Kijk bijvoorbeeld naar vormgeving of mode. Het dragen van hoodies en sneakers is genormaliseerd door hiphopartiesten. Toen ik in de jaren negentig met sportschoenen naar school ging werd ik nog raar aangekeken. Nu loopt mijn vader ook op sneakers.’